Voor de puree
Schil de aardappelen en snijd ze in blokken van zo’n 2 à 3 cm. Kook ze gaar in water met wat zout. Warm intussen de melk op met de room en de boter. Giet de aardappelen af en laat ze even drogen op het vuur. Draai ze door de passe vite en voeg het melk/botermengsel toe, roer alles goed door elkaar. Breng de puree op smaak met nootmuskaat en peper en zout.
Voor de soep
Stoof de prei, de ui en de kamille aan in ruim boter. Voeg de warme bouillon toe met de tuinkruiden en breng even kort aan de kook. Mix de soep en in de blender en passeer ze.
Voor de eieren
Breng een steelpan met ruim water aan de kook met wat zout en een goeie scheut azijn. Zet de pit ietsje zachter tot het water net onder het kookpunt is, roer met een lepel rondjes in het water zodat er een draaikolk ontstaat, breek er één voor één de eieren in en laat deze zachtjes in zo’n 4 à 5 min gaar pocheren.
Voor de strandschelpen
Stoof de fijngesneden lenteui kort aan in wat boter en voeg de witte wijn toe. Breng daarop de strandschelpen en kook ze onder een deksel kort gaar. Giet het kookvocht bij de soep en breng alles op de borden.